De groentespelen
Een educatieve spelletjesconcept voor kinderen, helemaal in teken van groente.
Dit concept zou o.a. kunnen plaatsvinden op een evenement zoals Koningsdag, maar ook tijdens een spelletjesmiddag op de basisschool. De vragen zijn gebaseerd op kinderen in de leeftijd van 8 t/m 11 (groep 5 t/m 7).
De spelletjes
Tijdens de spelen zullen er 6 oudhollandse spelletjes gespeeld worden, maar dan met een groentetwist eraan gegeven. De kinderen zullen verdeeld worden in groepjes van ongeveer 6 kinderen en er zullen 3 tot 4 groepjes zijn, afhankelijk van het aantal kinderen dat zich heeft aangemeld. De score van het aantal keer winnen van de rondes zal bijgehouden worden op een bord. De uitleg van de spelletjes zal voorafgaand aan iedere spelronde gedaan worden, zodat het vers in het geheugen van ieder kind zit.
Na ieder spelletje krijgen de groepjes een kaartje met daarop een woord en deze moeten ze tot het einde van het spel goed bewaren. Deze worden bewaard door een zelfgekozen teamcaptain per groepje.
De spelletjes die gespeeld gaan worden:
1. Wortelpoepen
2. Paprikahappen
3. Tomaatje-prik
4. Spruitjesparcours
5. Aardappelblikgooien
6. Eindspel
7. Indien gelijk spel: Hoeveel is het?
Wortelpoepen:
Wortelpoepen is afgeleid van het spelletje spijkerpoepen. 1 kind per groepje krijgt een touw om zijn of haar middel met aan het uiteinde een wortel. Deze wortel moeten ze in 2 minuten zo vaak mogelijk in de pot zien te krijgen. De gene die deze het vaakst in de pot heeft gekregen wint deze ronde.
Paprikahappen:
Aan een lang touw zullen draadjes met daaraan een stuk oranje paprika. Dit is een zoute paprika, die qua smaak erg gewaardeerd wordt door kinderen. 1 groepslid van ieder groepje krijgt een blinddoek om en wordt onder het touw bij een stukje paprika geplaatst. De kinderen krijgen 2 minuten de tijd om zo snel mogelijk het hele stuk paprika op te eten. De gene die als eerste is, wint. Het woord dat de groepjes hier zullen ontvangen is ‘waar’.
Tomaatje-prik:
Hiervoor is een groot bord nodig, met daarop een tomaat. Maar op de tomaat ontbreekt het kroontje, maar staat wel een kruisje waar het kroontje moet komen. . Wederom wordt er 1 groepslid uitgekozen en geblinddoekt. Voor ze de prikker met het kroontje krijgen, moeten ze 3 rondjes draaien, zodat ze gedesoriënteerd zijn. Binnen 30 seconden mogen de groepjes 1 voor binnen proberen het kroontje op de goede plaats te zetten. Er mogen instructies gegeven worden vanuit de groep. Wanneer een groepje is geweest, wordt er een foto gemaakt met een tablet of i-Pad, zodat later de begeleider van het spel kan kiezen welk groepje het kroontje het beste op de tomaat heeft geplaatst. Het woord dat dit keer op het kaartje staat is ‘Broccoli’.
Spruitjesparcours:
Er zal een parcours uitgezet met pionnen en in dat parcours zullen obstakels geplaatst zijn zoals een touw boven de grond waar de kinderen overheen moeten, en een touw een meter boven de grond waar de kinderen onder door moeten, maar ook pionnen waar doorheen gezigzagd moet worden.
1 kind per groepje krijgt een lepel in zijn mond met daarop een spruitje. Ze mogen hun handen niet gebruiken. De groepjes mogen 1 voor 1, zo snel mogelijk het parcours afleggen. De tijd wordt bijgehouden door de begeleider. Wanneer het spruitje van de lepel af valt, moet het groepje weer opnieuw beginnen. De groepjes hebben maximaal 3 minuten de tijd, anders zijn ze af.
Het woord dat de groepjes krijgen is ‘Wortel’.
Aardappelblikgooien:
In 3 worpen is het de bedoeling dat er zoveel mogelijk blikken omgegooid worden.
Per groepje wordt er 1 lid gekozen die gaat gooien. Echter in plaats van met een balletje, wordt er met een aardappel gegooid, om het extra moeilijk te maken. De scores van het 3x gooien worden bij elkaar opgeteld en de winnaar wordt weer genoteerd.
Het woord dat de kinderen ontvangen is: ‘niet waar’.
Het eindspel:
Bij het eindspel wordt er een quiz gespeeld met de woorden die ze bij ieder spel gekregen hebben. Het groepje dat de meeste spelrondes heeft gewonnen krijgt een joker, die ingezet mag worden wanneer ze dat zelf willen. Dit kan zijn wanneer ze een vraag niet weten. De joker geeft ze het goede antwoord.
De kinderen gaan in hun groepjes bij elkaar staan en ze hebben 20 seconden de tijd om te overleggen wanneer de vraag is gesteld. Wanneer de tijd over is, wordt er een bel geluid en moeten de groepjes hun gekozen antwoord omhoog houden. Voor ieder goed antwoord krijgt het groepje 2 punten en deze worden genoteerd op het scorebord.
De vragen met antwoord zijn:
1. Deze groente bevat veel vitamine A. vitamine A is goed voor je ogen. Hoe heet deze groente?
Het antwoord hierop is: Wortel
2. Groente zit boordevol vezels. Dit zorgt ervoor dat je darmen goed werken en je goed kan poepen. Welke groente bevat de meeste vezels?
Het antwoord hierop is: Broccoli
3. Vitaminepillen zijn net zo gezond als groente. Waar/niet waar?
Het antwoord hierop is: Niet waar
4. Vitamine C zit in groente en fruit. In spruitjes zit meer vitamine C dan een sinaasappel.
Het antwoord hierop is: Waar
5. Open vraag: Hoeveel gram groente moeten kinderen van jullie leeftijd eten om de goede vitamines en vezels binnen te krijgen?
Het antwoord hierop is: 150-200 gram
Indien er gelijk spel plaats vindt, zal er een glazen pot tevoorschijn gehaald worden, helemaal vol met bonen. De groepjes die de hoogste score hebben en gelijk gespeeld hebben, mogen 1x raden hoeveel bonen er in de pot zitten. Wie het dichtst bij zit, wint de wortelspelen!
Het winnende groepje krijgt een heus Groente-spelen T-shirt!
Alle deelnemers krijgen een lekker wortelwaterijsje, als beloning voor de deelname. Een gezonde en dorstlessende snack op basis van wortelsap, vlierbloesemsiroop, een beetje kaneel en wat stukjes rood fruit.
Dit concept zou o.a. kunnen plaatsvinden op een evenement zoals Koningsdag, maar ook tijdens een spelletjesmiddag op de basisschool. De vragen zijn gebaseerd op kinderen in de leeftijd van 8 t/m 11 (groep 5 t/m 7).
De spelletjes
Tijdens de spelen zullen er 6 oudhollandse spelletjes gespeeld worden, maar dan met een groentetwist eraan gegeven. De kinderen zullen verdeeld worden in groepjes van ongeveer 6 kinderen en er zullen 3 tot 4 groepjes zijn, afhankelijk van het aantal kinderen dat zich heeft aangemeld. De score van het aantal keer winnen van de rondes zal bijgehouden worden op een bord. De uitleg van de spelletjes zal voorafgaand aan iedere spelronde gedaan worden, zodat het vers in het geheugen van ieder kind zit.
Na ieder spelletje krijgen de groepjes een kaartje met daarop een woord en deze moeten ze tot het einde van het spel goed bewaren. Deze worden bewaard door een zelfgekozen teamcaptain per groepje.
De spelletjes die gespeeld gaan worden:
1. Wortelpoepen
2. Paprikahappen
3. Tomaatje-prik
4. Spruitjesparcours
5. Aardappelblikgooien
6. Eindspel
7. Indien gelijk spel: Hoeveel is het?
Wortelpoepen:
Wortelpoepen is afgeleid van het spelletje spijkerpoepen. 1 kind per groepje krijgt een touw om zijn of haar middel met aan het uiteinde een wortel. Deze wortel moeten ze in 2 minuten zo vaak mogelijk in de pot zien te krijgen. De gene die deze het vaakst in de pot heeft gekregen wint deze ronde.
Paprikahappen:
Aan een lang touw zullen draadjes met daaraan een stuk oranje paprika. Dit is een zoute paprika, die qua smaak erg gewaardeerd wordt door kinderen. 1 groepslid van ieder groepje krijgt een blinddoek om en wordt onder het touw bij een stukje paprika geplaatst. De kinderen krijgen 2 minuten de tijd om zo snel mogelijk het hele stuk paprika op te eten. De gene die als eerste is, wint. Het woord dat de groepjes hier zullen ontvangen is ‘waar’.
Tomaatje-prik:
Hiervoor is een groot bord nodig, met daarop een tomaat. Maar op de tomaat ontbreekt het kroontje, maar staat wel een kruisje waar het kroontje moet komen. . Wederom wordt er 1 groepslid uitgekozen en geblinddoekt. Voor ze de prikker met het kroontje krijgen, moeten ze 3 rondjes draaien, zodat ze gedesoriënteerd zijn. Binnen 30 seconden mogen de groepjes 1 voor binnen proberen het kroontje op de goede plaats te zetten. Er mogen instructies gegeven worden vanuit de groep. Wanneer een groepje is geweest, wordt er een foto gemaakt met een tablet of i-Pad, zodat later de begeleider van het spel kan kiezen welk groepje het kroontje het beste op de tomaat heeft geplaatst. Het woord dat dit keer op het kaartje staat is ‘Broccoli’.
Spruitjesparcours:
Er zal een parcours uitgezet met pionnen en in dat parcours zullen obstakels geplaatst zijn zoals een touw boven de grond waar de kinderen overheen moeten, en een touw een meter boven de grond waar de kinderen onder door moeten, maar ook pionnen waar doorheen gezigzagd moet worden.
1 kind per groepje krijgt een lepel in zijn mond met daarop een spruitje. Ze mogen hun handen niet gebruiken. De groepjes mogen 1 voor 1, zo snel mogelijk het parcours afleggen. De tijd wordt bijgehouden door de begeleider. Wanneer het spruitje van de lepel af valt, moet het groepje weer opnieuw beginnen. De groepjes hebben maximaal 3 minuten de tijd, anders zijn ze af.
Het woord dat de groepjes krijgen is ‘Wortel’.
Aardappelblikgooien:
In 3 worpen is het de bedoeling dat er zoveel mogelijk blikken omgegooid worden.
Per groepje wordt er 1 lid gekozen die gaat gooien. Echter in plaats van met een balletje, wordt er met een aardappel gegooid, om het extra moeilijk te maken. De scores van het 3x gooien worden bij elkaar opgeteld en de winnaar wordt weer genoteerd.
Het woord dat de kinderen ontvangen is: ‘niet waar’.
Het eindspel:
Bij het eindspel wordt er een quiz gespeeld met de woorden die ze bij ieder spel gekregen hebben. Het groepje dat de meeste spelrondes heeft gewonnen krijgt een joker, die ingezet mag worden wanneer ze dat zelf willen. Dit kan zijn wanneer ze een vraag niet weten. De joker geeft ze het goede antwoord.
De kinderen gaan in hun groepjes bij elkaar staan en ze hebben 20 seconden de tijd om te overleggen wanneer de vraag is gesteld. Wanneer de tijd over is, wordt er een bel geluid en moeten de groepjes hun gekozen antwoord omhoog houden. Voor ieder goed antwoord krijgt het groepje 2 punten en deze worden genoteerd op het scorebord.
De vragen met antwoord zijn:
1. Deze groente bevat veel vitamine A. vitamine A is goed voor je ogen. Hoe heet deze groente?
Het antwoord hierop is: Wortel
2. Groente zit boordevol vezels. Dit zorgt ervoor dat je darmen goed werken en je goed kan poepen. Welke groente bevat de meeste vezels?
Het antwoord hierop is: Broccoli
3. Vitaminepillen zijn net zo gezond als groente. Waar/niet waar?
Het antwoord hierop is: Niet waar
4. Vitamine C zit in groente en fruit. In spruitjes zit meer vitamine C dan een sinaasappel.
Het antwoord hierop is: Waar
5. Open vraag: Hoeveel gram groente moeten kinderen van jullie leeftijd eten om de goede vitamines en vezels binnen te krijgen?
Het antwoord hierop is: 150-200 gram
Indien er gelijk spel plaats vindt, zal er een glazen pot tevoorschijn gehaald worden, helemaal vol met bonen. De groepjes die de hoogste score hebben en gelijk gespeeld hebben, mogen 1x raden hoeveel bonen er in de pot zitten. Wie het dichtst bij zit, wint de wortelspelen!
Het winnende groepje krijgt een heus Groente-spelen T-shirt!
Alle deelnemers krijgen een lekker wortelwaterijsje, als beloning voor de deelname. Een gezonde en dorstlessende snack op basis van wortelsap, vlierbloesemsiroop, een beetje kaneel en wat stukjes rood fruit.